In het kader van de voortdurende dialoog tussen evolutiebiologie en scheppingsgeloof heeft in de laatste decennia de discussie zich toegespitst op de evolutie van de mens. Is de mens wezenlijk (‘ontologisch’) anders dan de dierenwereld? Indien ja, hoe is in een evoluerend dierenrijk de ‘sprong’ gemaakt van dier naar mens.
In 2004 publiceerde de ‘Internationale Theologencommissie’ een document die daar – vanuit theologisch perspectief en de evolutiebiologie volledig respecterend, een document, “Gemeenschap en rentmeesterschap: Mensen geschapen naar het beeld van God”, waar een heel hoofdstuk gewijd wordt aan deze vraag. Deze theologen commissie valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling in het Vaticaan die zich vooral met de inhoud van het katholieke geloof bezig houdt: de ‘Congregatie (nu ‘Dicasterium’) van de Geloofsleer. De commissie heeft geen ‘leerstellig’ gezag maar wel degelijk een hoog aanzien. Wat zij publiceert maakt grote kans het officiële standpunt van de kerk te zijn.
Inzake evolutie en schepping is het al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw duidelijk dat er geen conflict is tussen evolutiebiologie en scheppingsgeloof, op voorwaarde dat er voldoende rekening gehouden wordt met het bestaan van God en zijn scheppende werking, en met de menselijke ziel, die niet de vrucht kan zijn van een zuiver biologisch proces. Atheïstische en puur materialistische, naturalistische vormen van evolutie-denken kan de Kerk niet accepteren. Maar hoe zit het dan wel, met de schepping van de mens, “naar Gods beeld en gelijkenis”? Opvallend is dat voor de eerste keer het ontstaan van de mens uit een populatie hogere primaten voor mogelijk wordt gehouden, echter niet onder een speciaal ingrijpen van God op het geestelijke vlaak: de schepping van de menselijke ziel. Hier volgt de tekst…
Lees verder